Het graf in de schaduw
Some corner of a foreign field that is for ever England.
In 2005 schreef ik het volgende artikel voor het nieuwsblad Hoog en Laag.
Achter me hoor ik de geluiden van auto’s op de Groeneweg te Renkum. De verkeersdrukte op de N 225 is eveneens duidelijk hoorbaar. Twee passerende tieners laten hun schaterlach klateren. Glimlachend open ik het hek dat toegang verschaft naar de r.k. begraafplaats Mariahof. Het doel van mijn bezoek is snel gevonden. Als ik mijn hand over de witte grafsteen laat glijden zwijgt zelfs de stilte.
Enkele weken geleden werd ik door Ab van den Wollenberg op het bestaan van dit graf gewezen. Ik ben na de Tweede Wereldoorlog oorlog geboren. De gevoelens die bij deze oorlog horen heb ik in zekere mate van mijn ouders meegekregen. Natuurlijk kan ik me niet voorstellen wat zij die de oorlog meemaakten, precies voelen. Feit is dat de herdenkingsbijeenkomsten, de ontelbare verhalen die ik hoorde en de tranen die bij de herinneringen vloeiden, me niet onberoerd lieten. Het respect voor onze bevrijders vervaagde met de jaren niet, integendeel. Als ik naar de onrust in de wereld kijkt, ben ik dankbaar voor de vrijheid waarin ik leef. Een vrijheid waarvoor gestreden is en waar velen hun leven voor gaven. Vanuit dat respect kniel ik voor dit graf waarin de vijfentwintigjarige sergeant J.M. Gibbons van het Parachute Regiment, Army Air Corps, ter rusten werd gelegd. Een Engelsman met het dienstnummer 4537398. Het graf wordt onderhouden door de Stichting Oorlogsgraven en jarenlang door mevrouw Peelen uit Renkum.
Zonneheuvel
Sergeant Gibbons landde als lid van de C.Compagny, 156 Battalion, 4th Parachute Brigade, op 18
september op de Ginkelse Heide. Zijn brigade stond onder het commando van generaal J.W. Hackett. Ze kwamen terecht in de hel die oorlog heet enbelandden in hevige gevechten.Twee dagen later, op woensdag, kregen Gibbons en zijn kameraden de opdracht richting Hartenstein te trekken. Op de Zonneheuvel bij Wolfheze/ Ooosterbeek belandden ze in een heftige strijd met de Duitsers. Mortiervuur en kogelregens namen vele jonge levens, zo ook dat van de uit Engeland afkomstige James Gibbons. In de buurt van de watertoren raakte hij zwaar gewond. Aannemelijk is dat leden van de Luchtbeschermingsdienst hem vonden en de gewonde man overbrachten naar Oranje Nassau’s Oord, waar de parachutist aan zijn verwondingen bezweek. De plaatselijke begrafenisondernemer nam de zorg van het lichaam over en vond tussen de kleding een briefje met de wens dat hij in gewijde aarde begraven wenste te worden. Gibbons kreeg zijn laatste rustplaats op de Rooms Katholieke begraafplaats Mariahof. Een stukje van Nederlandse bodem is al wat hem bleef.
Graftekst: Some corner of a foreign field that is for ever England.
Bloemen
De reden dat zijn stoffelijk overschot niet overgebracht werd naar het Airborne kerkhof in Oosterbeek is niet duidelijk. Gaven zijn ouders er geen toestemming voor wellicht? Wat de reden ook is, feit is dat tijdens de plechtigheden die de afgelopen jaren op de Airborne begraafplaats gehouden werden, dit graf in de schaduw lag. Voor hem geen knielend schoolkind dat bloemen legde.Navraag bij de Airborne commissie leert dat er meer van deze eenzame graven zijn. Ze liggen her en der verspreidt. Tot in Culemborg toe. Daar zijn soldaten begraven die in de Rijn verdronken tijdens de oversteek en wiens lichamen ver afdreven. Toch lagen er jaarlijks bloemen op het graf aan de Groeneweg. Op dezelfde dag als de herdenking in Oosterbeek plaatsvond. Renkumer en plaatselijk historicus Cees Burgsteijn had in alle zwijgzaamheid de taak op zich genomen sergeant Gibbons jaarlijks een bloemenhulde te brengen. Een taak die zijn hart hem oplegde en die hij volhield tot aan zijn dood in 2002.
Ik hoop dat er jaarlijks op de dag dat er op de Airborne -begraafplaats te Oosterbeek een herdenkingsdienst gehouden wordt en er veel dorpsgenoten de moeite nemen de herdenking in Oosterbeek bij te wonen, ook bloemen gelegd zullen worden op het graf van Gibbons en op andere
eenzame oorlogsgraven. Gebracht door mensen die even stil willen staan bij een kostbaar offer dat
gebracht werd voor onze vrijheid.
(Bronvermelding o.a: Blik omhoog – auteur Cor Janse
Het artikel uit 2005 kreeg een vervolg. Uit verhalen van lezers en uit verdere naspeuringen werd het
verhaal van James Gibbons wat duidelijker. Drie jaar later, 7 mei 2008 om precies te zijn, mocht ik
een bescheiden maar indringende herdenking bijwonen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
“Het komt recht uit ons hart”
Herdenking voor Sergeant James Gibbons. De tonen uit de doedelzak drijven als melodie ‘Waarheen, waarvoor’ door het ontluikende groen van bomen en struiken op het kerkhof aan de Groeneweg in Renkum. Een kleine groep mensen heeft zich rond een graf geschaard. Ze luisteren aandachtig naar de toespraak van de organisatie en zijn stil bij de gebeden van pastor C. Pikkemaat. In die stilte legt - net zoals enkele volwassenen dit deden - een aantal kinderen bloementuiltjes bij het graf. Het geheel heeft iets broos; teder bijna. Terecht merkt organisator Chris Petter op: ,,Een bescheiden herdenking, maar het komt uit ons hart!” Samen met mevrouw W. Peelen zette hij zich in om de herdenking te realiseren. ,,Hij ligt hier zo alleen. Voor hem was er nooit een plechtigheid, zoals die bijvoorbeeld gehouden wordt voor zijn kameraden die op de begraafplaats in Oosterbeek liggen. Deze jongen verdient dat toch ook”, zijn ze van mening.