De kerstkoffer

 

"Hè mam, moet dat?"

Geërgerd liep Adira achter haar moeder aan de kringloopwinkel binnen. Ze keek achterom. Getsie, als ze nu maar geen bekende zag. Gehaast trok ze haar sjaal hoger. Op straat liepen de meeste mensen met opgetrokken schouders weggedoken in de kragen van de jassen. Vochtige rode wangen en toegeknepen ogen getuigden van koude wind en regen. Echt novemberweer.

 

In de winkel was het heerlijk warm. Toch hield Adira haar sjaal opgetrokken tot net onder haar neus. Schichtig keek ze de winkel rond en smeekte scherp fluisterend: "Toe mam. kun je dat morgen niet doen?"

"Doe niet zo raar Adira. Er is niets mis met tweedehands spullen."

Charlotte zuchtte en keek even naar haar mokkende dochter voor ze hoofdschuddend doorliep. Dit soort momenten baarde haar zorgen.

Hadden Chris en zij haar maar niet zo verwend. Maar ja, Adira was hun enig kind. Financieel hadden ze het goed en konden hun dochter alles geven wat ze wilde. Nu Adira in de puberteit was veranderde ze in snel tempo van tiener naar vrouw. Daarbij hoorde ook een verandering in gedrag. Ze werd modebewust. De laatste trends werden door haar nauwgezet in de gaten gehouden. Ze droomde van een grootse, rijke carrière en plande nu al hoe ze deze bereiken zou. 'Klasse mama, dáár draait alles om', had ze eergisteren nog gezegd. Charlotte had haar glimlachend aangehoord. 'Non-verbale communicatie bepaalt voor een groot deel onze totale presentatie', had ze wijsneuzerig opgedreund. Het was een zin die haar bijgebleven was uit een artikel over carrière maken. Ze had verder uitgeweid, maar Charlotte's gedachten waren afgedwaald en in beslag genomen door het piekeren over de dreigende sluiting van het bedrijf, waar haar man werkte. Onzekerheid over de toekomst maakte dat ze - ook al was er nog niets duidelijk - zuiniger met geld omging. Een soort gewenning, voor als het noodzaak zou worden. Onrust knaagde.

 

"Moet je zien wat een enig truitje. Je kunt niet zien dat het gedragen is en het kost maar vier euro. Volgens mij is het jouw maat. "

"Als je maar niet denkt, dat ik in tweedehands kleren ga lopen. Ttsss, wat zouden mijn vriendinnen lachen zeg. Ik doe dat echt niet hoor!"

"Mocht je vader ontslag krijgen, dan zullen we een stap terug moeten doen. Daar zul je dan echt aan moeten wennen, meisje."

Charlotte hing met spijtige blik het truitje weg en liep verder de winkel in. Bij de kerstafdeling bleef ze staan. Haar blik bleef rusten op een, door tijd getekende, koffer. De hoeken vertoonden gesleten plekken. De barsten in het bruine leer trokken een grillig patroon. Nieuwsgierig maakte ze hem open.

"Oohhh, moet je zien. Allemaal kerstspulletjes. Van die mooie oude. Prachtig!"

Ze zocht naar het prijskaartje en bij het zien van de prijs, knikte ze blij tegen haar dochter. Adira snoof hoorbaar en fluisterde: "Het is een vieze koffer vol oude troep. Het stinkt, mam. Ruik dan!"

"Welnee kind, ik ruik niets vreemds hoor. Voor die zes euro, neem ik het zeker mee. Vorig jaar hebben we immers alle kerstballen en zo weggedaan met de bedoeling dit jaar nieuw te kopen. Ik denk dat deze kerstversiering erg mooi zal staan in onze kerstboom. "

Adira wandelde de winkel uit en wachtte bij de auto op haar moeder. Demonstratief keek ze de andere kant op, toen deze met de koffer aan kwam lopen. Charlotte deed alsof ze de misprijzende houding niet opmerkte en kletste vrolijk tijdens de rit naar huis. Adira zweeg.

 

Anderhalve week voor Kerstmis kreeg de tweeënveertig jarige Chris van zijn baas te horen dat de ontslaggolf ook hem trof. Ontdaan kwam hij thuis. Iets zeggen hoefde hij niet. Charlotte las het van zijn gezicht. Ze drong haar tranen terug, trok haar schouders naar achteren en zei dapper: "We redden het wel jongen, we redden het wel." De stemming in huis was de dagen na de onheilstijding bedrukt. Toen Adira het slechte nieuws hoorde was ze in tranen uitgebarsten. Ze vond het vervelend en hoopte dat het haar vader zou lukken om een andere baan te vinden. Haar moeder, die tijdens de huwelijksjaren huisvrouw was geweest, zou proberen werk te vinden in haar vroegere beroep als bejaardenverzorgster. Het feit dat ze het financieel minder kregen - ook al zou dat misschien van voorbijgaande aard zijn - nam in Adira's gedachten grote vormen aan. Weg mooie carrière en daarmee voor haar de kans om te slagen in het leven. Wèg rijkdom! Ze was woedend tegen haar moeder uitgevallen, toen deze gezegd had dat ze in elk geval haar twee handen had om mee te werken. Nee, de sfeer in huis was niet aangenaam, die dagen.

 

"Adira!"

Charlotte's stem klonk dwingend.

"Kom even naar beneden, wil je?

Bij het horen van de voetstappen op de trap, zei ze: "Help eens even met de kerstboom. Gelukkig hebben we een tijdje geleden deze kunstboom gekocht. Een echte kost toch zeker vijftien tot vijfentwintig euro. Ik dacht dat we deze wel in de hoek van de kamer, naast het raam konden zetten. Terwijl ik de boom in elkaar zet kun jij misschien de kerstkoffer uit de kelder pakken. Je weet wel, die ik laatst in de kringloopwinkel kocht."

"Ga je die oude zooi echt ophangen? Nou lekker dan, dat zal een armeluisboom worden!"

Charlotte wierp haar dochter een bedroefde blik toe voor ze zuchtte: "Ga die koffer nu maar halen. Jij zult de boom moeten optuigen, want ik moet nog weg. Toe Adira, wees alsjeblieft niet zo dwars."

Mopperend deed Adira wat haar opgedragen was en veegde demonstratief haar handen aan haar spijkerbroek af toen ze de koffer in de huiskamer neerzette. Toen de kunstkerstboom in elkaar gezet was trok Charlotte haar jas aan, negeerde de boze blikken van haar dochter en gaf deze een bemoedigende zoen op de wang voor ze haastig verdween.

 

Na het dichtslaan van de voordeur tikte de klok in stilte. Adira ging op het pluche vloerkleed zitten en keek peinzend van de kerstboom naar de koffer.

Al weken had ze de trendy kerstversieringen in de warenhuizen bekeken. Ze zou de boom lila opgetuigd hebben, als zij het voor het zeggen had. Maar dat had ze niet en dus moesten die oude dingen erin gehangen worden. Wat een afgang. Moet je zien, een zilverkleurig klokje…wat verschrikkelijk ouderwets. Ze pakte het fragiele klokje tussen duim en wijsvinger op en bekeek het. Als ze haar hand bewoog tingelde het zacht. Adira luisterde naar het breekbaar tere geluid; ting...ting..ting.

Van schrik viel het klokje bijna uit haar handen toen er voor haar ogen een venster verscheen. Zomaar vanuit het niets. Het venster zweefde voor haar. Eigenlijk wilde Adira toegeven aan de drang om weg te rennen of minstens haar handen voor haar ogen slaan, maar het was alsof ze zich niet kon verroeren en haar blik onweerstaanbaar naar het venster getrokken werd. Zag ze schimmen? Haar hart bonsde. Toch kon ze het niet laten om door het venster te turen. Geboeid staarde ze naar de beelden, die in snel tempo het raam voorbij trokken. Ze zag een pril verliefd paartje, hun trouwdag, de eerste Kerstmis samen. De twee hadden het duidelijk niet zo breed, maar Adira zag geluk van de jonge gezichten stralen. De man gaf zijn geliefde een kerstcadeautje. Toen de vrouw het doosje opende, zag Adira het zilveren kerstklokje en hoorde ze de jongeman zeggen dat het klokje hen elke kerstmis weer zou doen denken aan hun trouwdag, omdat toen de klokken het geluk voor hen hadden ingeluid.

Het venster vervaagde en Adira keek stil naar het klokje in haar handen. Nog onder de indruk van wat ze had gezien, hing ze het breekbare kerstklokje in de boom. Net onder de top. Aarzelend pakte ze de volgende versiering uit de koffer. Een glazen vogeltje! De uitgespreide vleugels waren bestrooid met blauwe glitter. Ze vond het een afschuwelijk ding, maar toch keek ze nieuwsgierig door het weer opdoemende venster. Ze zag dezelfde man en vrouw. Volwassener nu. De man zat aan een eettafel gebogen over boeken, de vrouw zat aan de andere kant van de kamer in een fauteuil. Ze leken nog steeds gelukkig, maar Adira bemerkte een zorgelijke uitdrukking op het gezicht van de vrouw. De beelden voerden haar weer naar een Kerstmis. Nu was het de vrouw die haar man een kerstcadeautje gaf. Zoals Adira al verwachte, kreeg hij het glazen vogeltje. 'Als waarschuwing, lief. Het is goed dat een vogel kan vliegen. Maar denk eraan dat een vogel die de zon voorbij vliegt terecht kan komen in de kou waar vleugels kunnen bevriezen’, hoorde ze haar zeggen. De man keek nadenkend… net als Adira.

 

Welk voorwerp ze ook pakte uit de koffer, steeds weer verscheen het venster, dat haar een kijkje gaf in het leven van de haar onbekende man en vrouw. Toen ze de rode strik uit de koffer pakte en door het venster keek, zag ze dat het echtpaar een kindje verwachtte. Het sneeuwmannetje werd op eerste kerstdag gegeven, bij de geboorte van hun zoontje. Het lief lachende knulletje paste volgens Adira perfect in het gelukkige leventje van de twee. Ze zag hoe het kind opgroeide en hoe de peuter samen met zijn ouders, elk jaar, een andere kleur kerstbal in de kerstboom hing. Adira zag ook het huis van het gezin veranderen. Zes jaar na de geboorte van het kindje, zag de huiskamer er veel moderner en chiquer uit. Ook het zoontje veranderde. Het stevige, levenslustige kereltje werd tenger en stil. De gelukkige glimlach van de vrouw verdween van het gezicht. De man was niet meer in elk beeld aanwezig zoals eerst. Adira merkte, dat hoe meer succes de man in zijn werk kreeg, des te sneller het geluk hen tussen de vingers leek weg te glippen. Ze wenste dat ze hen kon waarschuwen. 'Houdt het geluk vast, dàt is het belangrijkste', zou ze dan zeggen. Maar de man, de vrouw en het kind konden haar niet horen en er bleef Adira niets anders over dan te blijven kijken naar de beelden.

 

Er lagen nog twee voorwerpen in de koffer; een gouden ster die als piek gebruikt kon worden en een witte, engel met kanten vleugels. Weifelend stak Adira haar hand uit. Welke zou ze pakken; de ster of de engel. Ze koos de ster. Maar toen ze deze in haar handen hield, zag ze niets. Voorzichtig sloot ze haar vingers steviger om het glanzende goud. Het venster bleef donker. Onrustig pakte ze de engel. De beelden verschenen onmiddellijk. Adira drukte haar neus tegen het vensterglas en zag de man en de vrouw hand in hand bij de kerstboom staan. Verdrietig keken ze naar de witte engel die hoog in de kerstboom hing.

Adira hing zorgvuldig de verschillende kerstfiguren en kerstballen in de kunstboom en lette daarbij op dat ze in de volgorde hingen zoals ze door het venster gezien had.

 

 

Toen Charlotte thuiskwam, vond ze haar dochter ineengedoken bij de opgetuigde kerstboom. Zacht legde ze haar arm rond de schokkende schouders.

"Kindje toch, vind je de kerstboom werkelijk zó erg?"

"Nee", snikte Adira. "Nee mam, het is de mooiste kerstboom die we ooit hebben gehad. En...en weet je, het is helemaal niet erg dat we niet meer vanalles kunnen kopen en zo... we hebben elkaar. Ze omhelsde haar verbouwereerde moeder stevig en met een beverig zuchtje zette ze de kleine, glanzende ster op de top van de kerstboom.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

*