( Artikel geschreven voor nieuwsblad Hoog en Laag in mei 2000. Het artikel kreeg een nominatie voor een journalistieke prijs. Foto Jan Boelens)
Gemeente Renkum. Vrijdag 10 mei 1940. De bevolking werd opgeschrikt door het lawaai van Duitse vliegtuigen, die als grote zwermen vogels door het luchtruim scheerden. Duitse troepen hebben in de vroege ochtenduren de Nederlandse grens overschreden en marcheerden in ras tempo richting Grebbeberg. De verwoede tegenstand die het Nederlandse leger bood, werd overspoeld door het Duitse geweld. Omstreeks 10.30 uur bereikte de vijand Arnhem en enige tijd later de gemeente Renkum.
Bij Oosterbeek wist het 5e eskadron Huzaren onder commando van kapitein Mr. M.Nijhoff de vijand in hun opmars te vertragen en ten westen van Renkum zelfs enige tijd tot staan te brengen. In het open gebied onder aan de Wageningse Berg ontstond een kort maar hevig gevecht. Tijdens dit gevecht werden twee Renkumers Jacob Peelen (31) en zijn knecht Gerrit van Harn (29), terwijl zij in genoemd gebied de koeien melkten, dodelijk getroffen.
Tegen zes uur 's avonds stonden de SS bataljons nog steeds in Renkum.
Vanwege de invallende duisternis en de wens de voor de linie vertragend optredende troepen zoveel mogelijk intact binnen de stelling te krijgen om enige snel verplaatsbare reserve in de hand te houden, kreeg Nijhoff opdracht om met zijn manschappen achter de Grebbelinie terug te keren, de Duitsers trokken richting Wageningen. Vermeldenswaard is het optreden van de 'Prins'. Een in Wageningen studerende Indische prins ( Noto Kuzomo?) was verloofd met de dochter van boswachter Veldman en zeer actief in het plagen van de vijand. Zo had deze jonge man overal wegwijzers veranderd en onder aan de Wageningse Berg een naambord gezet met het opschrift "Grebbeberg".
De vertraging was een tegenslag voor de Duitsers, het 10e legerkorps dat tegen de Grebbelinie optrad had als opdracht om bij Westervoort en Doesburg de IJssel te passeren, om daarna nog op dezelfde dag de Grebbelinie bij Rhenen te doorbreken. De volgende dag zou naar Utrecht worden opgerukt. Langdurige, felle tegenstand werd niet verwacht.
Op de avond van de 10e mei werd Wageningen bezet en waren de Duitsers op slechts enkele kilometers afstand van de Grebbeberg.
Zaterdag 11 mei
De Grebbeberg vormde een belangrijk onderdeel van de verdediging van ons land tegen de Duitse troepen. Het was een onderdeel van de Valleistelling, beter bekend dan de Grebbelinie. Om de linie te versterken werden stukken land voor de stelling onder water gezet. Bij de strook tussen Wageningen en de Grebbeberg was dat niet mogelijk. Daardoor vormde de Grebbeberg een zwak punt in de linie en kozen de Duitsers dit punt voor de aanval. De verdediging van de Grebbeberg was opgedragen aan de 4e divisie; het 8 R.I. en het 19 R.I. (Regiment Infanterie). Acht maanden reeds vertoefden de manschappen op en rond de Grebbeberg. In deze tijd werkten zij hard om de 'bejaarde verdedigingswerken' in orde te brengen. Het werk was nog niet af als de manschappen hoorden dat de vijand in aantocht is. Zij waren onervaren en in elk opzicht onvoldoende bewapend; een schromelijk tekort aan geschut en wat er aan kanonnen stond opgesteld was voor het merendeel even verouderd als de rest van het materieel. Maar de manschappen stonden paraat!
De eigenaar van het dierenpark Ouwehand, dat boven op de Grebbeberg ligt, had op bevel van de militaire autoriteiten alle roofdieren moeten doden. Ontsnapte dieren, zoals apen en tropische vogels zwierven door de bossen. Het gekrijs van de dieren droeg er toe bij dat er weldra een lugubere sfeer hing. De manschappen die al enkele nachten niet veel slaap kenden werden mede hierdoor hyper nerveus.
In de nacht van de 10e op de 11e mei, ongeveer 02.00 uur begon de Duitse artillerie de voorposten in het terrein tussen Wageningen en de Grebbeberg te beschieten.
De hel van de slag om de Grebbeberg was begonnen!
Stand houden!
Het is hier niet de plaats volledig verslag van de strijd te geven. Er zijn in de loop der jaren diverse boeken geschreven die de strijd van uur tot uur verslaan. Feit is dat veel militairen het bevel 'Stand houden tot de laatste man' opvolgden. Het goed getrainde, met uitstekend materieel uitgeruste en in meerderheid zijnde Duitse leger, tot de laatste ademtocht bevochten en heroïsch ten onder gingen. De verschrikkingen die de manschappen meemaakten zijn niet te beschrijven. De SS'ers traden fanatiek en meedogenloos op.
Zo bemerkte een cadet-vaandrig, commandant van een aan de Grebbeberg gelegen steunpuntje, dat de vijand met sterke krachten aanviel op een stelling aan de weg Wageningen-Rhenen. Mede door weerstand van het steunpunt moest de vijand met zware verliezen terugtrekken. Even later verschenen de Duitsers in grote aantallen bij het steunpunt waar de cadet-vaandrig zich bevond. Er ontstond een verschrikkelijk gevecht. De cadet-vaandrig werd zwaar gewond en raakte buiten bewustzijn. Toen hij bijkwam merkte hij tot zijn ontzetting dat de hele bezetting gesneuveld was, op een man na die zich dood had kunnen houden. Pas tegen de avond van 11 mei had de vijand de voorposten van de Grebbeberg veroverd.
De volgende dag scheen de zon uitbundig over het jonge lentegroen. Pinksterzondag!
De strijd zette zich voort. Heftig! Bloederig!
De Nederlandse militairen werden langzaam maar zeker teruggedrongen. Velen weigerden terug te trekken en verdedigden hun post tot de dood.
Terugtrekkende Nederlandse militairen, onder hen mannen met grote ronde ogen van de ellende die zij meemaakten, werden opgevangen door een Nederlandse kapitein en zijn manschappen, hergegroepeerd en weer terug naar voren gebracht.
De Duitse stoottroep had inmiddels de stoplijn doorbroken en trachtte terrein te winnen door zich te dekken achter meegevoerde Nederlandse krijgsgevangenen. Zij werden teruggedrongen, helaas zijn bij deze actie enkele van de meegevoerde krijgsgevangenen gesneuveld. En weer ging de strijd voort. Zo mogelijk nog heftiger als voorheen.
In de nacht van 13 op 14 mei kreeg het Nederlandse leger de opdracht zich terug te trekken.
Het dappere en hevige verzet dat de Duitse troepen ondervonden, deed hen de naam van de berg veranderen in "Teufelsberg" (Duivelsberg).
Op 14 mei werd Rotterdam gebombardeerd en staakte Nederland de strijd. Op 15 mei werden om 09.20 uur in Rijsoord de capitulatievoorwaarden getekend.
Zondag 19 mei vond men op de Grebbeberg nog een Nederlandse militaire post, gereed om de strijd te hervatten. Met witte lappen moesten de mannen genaderd worden, Het bevel tot terugtrekken had hen niet bereikt. In de beangstigende stilte, die erger was dan het kanongebulder, hadden zij honger en dorst doorstaan, gereed om het vuur te openen....
Ereveld
In de dagen van de slag om de Grebbeberg transporteerden de Duitsers hun doden en gewonden kameraden in vrachtwagens richting Duitsland. Doden en gewonden lagen door elkaar in de propvolle vrachtwagens. Ooggetuigen uit onze gemeente weten zich de droeve aanblik als de dag van gisteren te herinneren. "Het bloed droop uit de wagens, de kreten van de gewonden waren verschrikkelijk" en "Achter op een van de vrachtwagens zaten drie Duitse soldaten. Zij speelden mondharmonica om de kermende geluiden te overstemmen".
De verliezen aan Duitse zijde zijn groot. Tot op de dag van vandaag is niet bekend hoeveel Duitsers er tijdens de slag om de Grebbeberg zijn gevallen. Gezien het aantal vrachtwagens moet dit een groot aantal geweest zijn.
Al snel na de beëindiging van de strijd trokken (meest) vrijwilligers uit de wijde omgeving, naar de Grebbeberg om gewonden en doden te bergen. Mannen van het Rode Kruis, de EHBO, doktoren, zusters, enz. Ook vanuit Renkum/Heelsum. Jo Beumer; Commandant van de Lucht Beschermings Dienst, afdeling EHBO, ass. Vakhoofd Heeringa, de doktoren uit Renkum en nog diverse inwoners uit onze dorpen, trokken naar de Grebbeberg. De schokkende aanblik die zij daar onder ogen kregen zouden zij hun leven niet meer vergeten.
De identificatie van de gesneuvelden nam verscheidene dagen in beslag. Alle persoonlijke bezittingen werden verzameld en geregistreerd. Het ene slachtoffer werd gevonden met een foto, waarop een jonge vrouw en een baby, in zijn hand geklemd. Het is een Duitse soldaat.
Een ander hield een rozenkrans in zijn dode handen, hij is een Nederlander. In de dood valt het begrip vriend of vijand weg, slechts jonge mensen die het leven lieten, treurende familieleden achterlatend.
Onder andere vanuit Rhenen werden mannen die teruggekeerd waren van de evacuatie, door de Duitsers gesommeerd massagraven te delven. In rijen van zestig, zij aan zij werden de gesneuvelden begraven. Onder hen de Renkumers C.Valkhof, S.Verhoef en J.Ringgeling. Hun strijd is voorbij.
380 Nederlandse militairen, bijna 19 procent van het totale verliescijfer in Nederland en rond de 260 Duitse militairen vinden een rustplaats op de Grebbeberg. Later zijn de Duitse militairen overgebracht naar Duitsland.
Op 26 mei werd een rooms-katholieke requiemmis gehouden ter herdenking van alle gevallenen. Op last van de Duitse gezaghebber stonden Duitse soldaten aangetreden, leden van de Rode Kruis colonne en al degenen die meegeholpen hadden de doden te zoeken of de graven te maken. Een vuurpeloton dat saluutschoten zou afvuren.
De graven afgedekt met het jonge lentegroen van de beuken die geveld werden om de begraafplaats aan te leggen. Het was stil....,
Iedereen zou moeten weten,
dat ze pas dood zijn
wanneer wij hen vergeten!.